Veel mensen denken dat het recht simpelweg werkt volgens een soort logica van als dit, dan dat. Alsof je gewoon een formule invult en het antwoord rolt eruit. Maar zo werkt het niet, recht is geen exacte wetenschap. Waarom niet? Dat verdient wat uitleg.
De regels en de bedoeling zijn vaak twee verschillende dingen. Klopt deze stelling wel? De bedoeling van een wettekst ligt niet buiten de regels zelf. We verklaren het taalgebruik niet op basis van onze eigen beleving, maar kijken naar de regels en het gebruikspatroon dat in de tekst besloten ligt. Daarom is het terecht te zeggen: regel en bedoeling horen bij elkaar. Je kunt de bedoeling niet losmaken van de (taal van de) regels.
Juristen krijgen het vaak te verduren: “Jullie voeren alleen maar semantische discussies” Met andere woorden: je bent aan het woordklooien. Spelen met taal, zonder praktisch nut. En als zo’n opmerking in een vergadering op tafel komt, kun je als jurist maar beter even je mond houden. Want ja, wie wil er nou de sfeer bederven met een discussie over het verschil tussen ‘mag’ en ‘moet’?
Wat bedoelen we als we op zoek moeten gaan naar de bedoeling achter de regels? Het klinkt makkelijk maar in de praktijk blijkt dit toch een zoektocht te zijn. In deze blog ga ik aan de hand van een voorbeeld uit de sport in op de bedoeling.
Het penaltymoment tijdens de EK2024 halve finale wedstrijd Nederland - Engeland is veelbesproken. Geen overtreding, de VAR had nooit mogen ingrijpen en het voetbal gaat kapot door dit soort beslissingen. Toch gebruiken we steeds vaker technologie om regelgeving uit te voeren. Ook in de 'echte ' wereld. Denk aan scanauto's, Digitale Vertalingen van wetten naar computercode, tools waarmee je te verstrekken informatie op grond van de Wet open overheid kunt anonimiseren. Wat betekent dit voor het recht als zodanig?Verandert het karakter daardoor? En gaan we technologie als de nieuwe god beschouwen?
de minimis non curat praetor: de praetor houdt zich niet bezig met kleinigheden, of triviale zaken. Niet elke futiliteit hoeft tot rechtsgevolg te leiden. Dat vond in ieder geval de bondscaoch van Denemarken die in de EK-wedstrijd tegen Duitsland een doelpunt vanwege buitenspel afgekeurd zag worden.